zaterdag 25 januari 2014

September - afscheid of nieuwe kansen?


Ik word altijd een beetje triest in deze tijd van het jaar. Niet zoals in de winter, want niemand heeft een excuus nodig om te ontsnappen aan sneeuw en kou. Ook niet zoals in de volle herfst, want daar ben ik gek op, met alle mooie kleuren, de olijvenoogst en lekkere paddenstoelen- en wildgerechten.
Natuurlijk niet zoals in de lente, als iedereen grote verwachtingen heeft van de dingen die eraan komen. En niets, maar dan ook niets, kan voor mij de vergelijking met een lange, hete zomer doorstaan, zelfs als het betekent dat ik twee keer per dag de moestuin moet sproeien.

Misschien is dat wel de reden. September betekent afscheid nemen van de zomer. Het betekent dat het nog donker is als ik wakker word. Het betekent koude ochtenden, maar als je een sweater aantrekt loopt t zweet binnen een uur van je rug. Het betekent dat mijn bloemen en kruiden langzaam verdwijnen en dat de kas bijna leeg is.

Toch heb ik het enorm druk. September betekent namelijk ook druiven plukken. Ik loop door het gebrek aan zon een paar weken achter op de Italianen, maar langzamerhand hebben ze toch die rijke blauwe kleur gekregen. Het is een genoegen om in de middag onder mijn druivenafdak te zitten en plannen te maken.
Ik gebruik de druiven voor sap en gelei. Druivengelei smaakt heerlijk bij kaas en een glas rode wijn.

Ik ben weg van de manier waarop mijn hop bloeit. Ik gebruik ze om leuke hoekjes in huis en tuin mee te versieren. Dit, omdat ik er te weinig heb om zelf bier te brouwen, maar het is een idee.

Verder zijn er een hoop appels te plukken. Ik gebruik ze voor cakes, strudels en taarten. Degenen die er niet gaaf uitzien kunnen voor compote gebruikt worden, of in de sapcentrifuge geperst om er sap en appel-honinggelei van te maken. Ik heb vorig jaar twee potjes gemaakt en gebruik die als glazuur voor een taart of cake. Net dat beetje extra voor een doodgewone appeltaart.
De appels die er echt afschuwelijk uitzien snij ik in plakjes, droog ze en gebruik ze als kerstversiering.

Maar gelukkig is het nog lang geen Kerst. Ik moet nog vertellen over mijn perenbomen. Ik heb er twee, een hand- en een stoofpeer. De handperen verwerk ik in taarten, als bijgerecht bij een wildgerecht of in een herfstsalade van eikenbladsla, kaas, peer en een dressing van olijfolie en balsamico azijn. Werkelijk zalig.
De stoofperen maak ik in voor de winter in een siroop van suiker en kaneel. Of ik maak er compote van, of, opnieuw, pers ze uit in de sapcentrifuge voor sap en gelei. Perengelei is ook lekker met kaas, bij wild of in een crostata (jamtaart).

En last but not least: zo´n beetje het beste wat eraan zit te komen zijn de paddenstoelen. Het is super om in de Umbrische heuvels porcini en andere paddenstoelen te verzamelen – doe dat echt nooit alleen! Behalve het risico dat je in een ravijn dondert, is er ook het gevaar om een verkeerde paddenstoel te plukken. Elke onschuldige paddenstoel heeft een giftig equivalent dat er sprekend op lijkt. Ga dus alleen met een begeleide tocht mee.
Mocht je het toch overleven, dan weet ik geen enkel ingredient waarmee je zo kunt varieren en met zo´n verschillende smaak.

Ik geef in latere blogs recepten van alles wat ik heb genoemd.

Zo teruglezend besef ik dat er eigenlijk maar één ding is waaraan ik nooit zal wennen, en dat ik ook nooit leuk zal gaan vinden:




Geen opmerkingen:

Een reactie posten